Conferentie over de Toekomst van Europa




Conferentie over de toekomst van Europa

De Conferentie over de Toekomst van Europa vond plaats tussen 9 mei 2021 en 9 mei 2022, en had als oogmerk Europese burgers de kans te geven om hun gedachten over de uitdagingen en prioriteiten van Europa te delen.

De spil van de Conferentie was het Digitale Platform waarop burgers hun ideeën konden aandragen en bespreken wat zij met Europa willen. Ook in de lidstaten vonden nationale en lokale evenementen plaats.

De nationale parlementen waren actief betrokken bij de Conferentie, onder andere via vertegenwoordigers bij de Plenaire Vergadering van de Conferentie en in de werkgroepen.

De Conferentie heeft haar werkzaamheden op 9 mei 2020 afgerond met een eindverslagPDF-document.

De Europese instellingen buigen zich momenteel over de geschikte vervolgstappen voor de aanbevelingen uit het eindverslag.

Achtergrond

Commissievoorzitter Von der Leyen heeft bij aanvang van haar termijn een conferentie over de Toekomst van Europa aangekondigd.

Verschillende redenen lagen hieraan ten grondslag. Enerzijds leefde op Europees niveau een ongenoegen over de werking van bepaalde institutionele processen in de EU, zoals het niet uitvoeren van het afgesproken Spitzenkandidatenstelsel en het gebrek aan transnationale lijsten bij Europese verkiezingen.

Ook wenste men nader te onderzoeken welke onderwerpen burgers als leidend voor de Unie zien. Een conferentie zou daarom ook verder bouwen op de uitkomsten van de discussies die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden in de EU en in de lidstaten in het kader van de reflectie over de Toekomst van de EU. De aanleiding voor dit debat was een bredere wens tot reflectie, maar het Brexit-referendum in 2016 gaf vervolgens nog meer urgentie aan dit debat. Dit reflectieproces leidde uiteindelijk tot de Sibiu-Raadsconclusies in mei 2019, die op hun beurt input waren voor de Strategische agenda van de Europese Raad voor 2019-2024. De onderwerpen in de Strategische agenda vormden onder meer uitgangpunten voor de conferentie.

Hoewel het Europees Parlement en de Commissie begin 2020 hun plannen en ambities voor de conferentie hadden bekend gemaakt, bleef de Raad een besluit uitstellen.

In maart 2020 brak vervolgens de coronapandemie in Europa uit, waardoor het idee van een conferentie geheel op de achtergrond kwam te liggen en de oorspronkelijk voorziene startdatum van 9 mei 2020 niet werd gehaald. Mede door de gevolgen van de crisis was opnieuw sprake van een brede bezinning over nut en noodzaak van de EU, waardoor de Conferentie over de Toekomst van Europa opnieuw leven werd ingeblazen.

Een leidende rol in de totstandkoming van de conferentie was weggelegd voor de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad. Nationale parlementen hebben reeds vroeg in het proces aangedrongen op vertegenwoordiging. Zij namen met in totaal 108 leden (vier per parlement) uiteindelijk deel aan de Plenaire vergaderingen van de Conferentie, evenveel als het Europees Parlement.

Gedurende de Conferentie vond een waaier van activiteiten op Europees niveau, nationaal, regionaal en lokaal niveau plaats.


Plenaire vergadering


Eerste Kamer

Op 17 januari 2023 besloot de commissie het antwoord van de minister van 3 januari 2023 voor kennisgeving aangenomen.

Op 2 november 2022 stuurde de commissie Europese Zaken een brief met vragen aan de minister de uitvoering van de Motie Koole. De minister van BuZa stuurde op 19 december 2022 een antwoord en op 3 januari 2023 werd het verslag schriftelijk overleg vastgesteld (EK, L).

Op 4 oktober 2022 besloot de commissie EUZA om op 18 oktober 2022 inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met de regering over de brief van de minister van Buitenlandse Zaken over de opvolging van de uitkomsten voortkomend uit de Conferentie over de Toekomst van Europa (EK, V).

Het ambtelijk verslag van de deelname van de delegatie van de Eerste en Tweede Kamer aan de plenaire vergaderingen in de maanden maart en april 2022 is terug te lezen in het desbetreffende Kamerstuk (EK, U).

Op 14 juni 2022 besloot de commissie om naar aanleiding van de brief over de uitkomsten van de Conferentie over de Toekomst van Europa (EK, T) de uitkomsten van de Raad Algemene Zaken en de Europese Raad van juni af te wachten alvorens te besluiten over eventuele vervolgstappen. Daarnaast besloot de commissie om het verslag van een schriftelijk overleg over het eindverslag nationale burgerconsultaties ‘Kijk op Europa’ (EK, R) voor kennisgeving aan te nemen.

Op 10 juni 2022 stuurde de minister van BuZa een brief over de uitkomsten inzake de Conferentie over de Toekomst van Europa (EK, T) .

Op 27 mei 2022 stuurde de minister van BuZa een brief (EK, S) naar aanleiding van een verzoek gedaan tijdens het mondelinge overleg op 12 oktober 2021 (EK, K; zie videoverslag) om de Kamer per brief te informeren over de uitvoering van de Motie Koole. De commissie EUZA bespreekt dit op 14 juni 2022.

Op 9 mei 2022 stuurde de minister van BuZa een antwoord op de vragen van de Fractie-Nanninga over het eindverslag 'Kijk op Europa'. Het verslag voor een schriftelijk overleg (EK, R) werd op 10 mei vastgesteld.

Op 9 mei 2022 overhandigde de Executive Board het eindrapportPDF-document aan aan de co-voorzitters van de Conferentie, von der Leyen, Voorzitter van de Europese Commissie, Metsola, Voorzitter van het Europees Parlement en Macron, Minister-President van Frankrijk.

Op 29-30 april 2022 vond de laatste plenaire vergadering van de Conferentie over de Toekomst van Europa plaats (zie verslag). In deze plenaire sessie hebben de components (Europees Parlement, Raad, Europese Commissie en nationale parlementen) de resultaten van de aanbevelingenPDF-document van de burgers doorgeleid naar de Executive Board.

De brief met vragen van de Fractie-Nanninga (Van Wely) over het eindverslag 'Kijk op Europa' werd op 21 april 2022 aan de minister van BuZa verstuurd.

De zesde plenaire vergadering van de Conferentie vond 8 en 9 april 2022 plaats, zowel fysiek in het Europees Parlement in Straatsburg als online (zie verslag).

Op 5 april 2022 leverde de Fractie-Nanninga (Van Wely) inbreng voor schriftelijk overleg met de regering over het eindverslag 'Kijk op Europa' (EK, P) .

De vijfde plenaire vergadering van de Conferentie vond 25 en 26 maart 2022 plaats, zowel fysiek in het Europees Parlement in Straatsburg als online (zie verslag).

Op 22 maart 2022 besloot de commissie EUZA ten aanzien van de brief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake het eindverslag van de nationale burgerpanels in Nederland (EK, P) de commissie op 5 april gelegenheid te geven voor schriftelijk overleg.

De vierde plenaire vergadering van de Conferentie vond 11 en 12 maart 2022 plaats, zowel fysiek in het Europees Parlement in Straatsburg als online (zie verslag).

Op 8 maart 2022 stuurde de minister van BuZa een brief (EK, P) ter aanbieding van het eindverslagPDF-document van de nationale burgerconsultaties over de Toekomst van Europa.

Op 15 februari 2022 gaven de delegatieleden naar de CoFE uit de Eerste Kamer tijdens de commissievergadering voor Europese Zaken (EUZA) een mondelinge terugkoppeling over het verloop van de Conferentie en van de bijeenkomsten die in dit kader zijn georganiseerd. Onduidelijk blijft op welke wijze de CoFE tot concrete voorstellen zal komen en door wie deze zullen worden gedragen.

De commissie besprak in dit kader ook de brief van de minister van BuZa inzake activiteiten in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa (EK, O en bijlagePDF-document) en sprak haar teleurstelling uit over het beperkte aantal publieksbijeenkomsten en het beperkte initiatief van de regering om de burger te betrekken. De commissie besluit desondanks de status van de toezegging (T03300) op voldaan te zetten.

Op 7 februari 2022 stuurde de minister van BuZa een overzicht (EK, O en bijlagePDF-document) van evenementen en activiteiten vanuit het ministerie van BuZa in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa en de Nederlandse burgerdialogen Kijk op Europa .

De derde plenaire vergadering van de Conferentie vond 21 en 22 januari 2022 plaats, zowel fysiek in het Europees Parlement in Straatsburg als online (zie nieuwsbericht). Deze derde vergadering stond volledig in het teken van de bespreking van de aanbevelingen uit de Europese burgerpanels over Europese democratie, Europese waarden, rechten, rechtsstaat en veiligheid, Klimaat en milieu en Gezondheid. Ook de aanbevelingen die voortvloeien uit de nationale burgerpanels van Nederland, Frankrijk en België werden plenair gepresenteerd. De aanbevelingen van de Europese burgerpanels en van de nationale panels zijn te raadplegen op het Digitaal Platform van de Conferentie.

De leden van de delegatie uit de Eerste Kamer en Tweede Kamer namen allen digitaal deel.

Op 14 december 2021 hield de commissie EUZA een informeel videogesprek (link) met vier Nederlandse burgerparticipanten (Corsmit, Nijman, Van Halen-van der Sluis en Verhoeven) aan de lopende plenaire Conferentie over de Toekomst van Europa. Deze burgers is gevraagd hun ervaringen tot op heden met de CoFE te delen en de vraag te beantwoorden wat volgens hen nodig is om de Conferentie te doen slagen. Naast de Eerste Kamerleden van de CoFE-delegatie, nam aan het gesprek ook Tweede Kamerlid Kamminga (VVD) deel, tevens CoFE-delegatielid.

Op 14 december 2021 nam de commissie EUZA kennis van het tweede tussentijds verslag inzake nationale burgerconsultaties in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa (EK, M).

Op 3 december 2021 ontving de Kamer een brief (EK, M) van de minister van BuZa ter aanbieding van het tweede tussenverslag inzake nationale burgerconsultaties in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa (linkPDF-document).

Op 26 oktober 2021 deden de delegatieleden Oomen-Ruijten (CDA) en Van Apeldoorn (SP) mondeling verslag van de tweede plenaire vergadering van de Conferentie over de Toekomst van Europa die op 23 oktober 2021 plaatsvond.

De tweede plenaire vergadering van de Conferentie vond 23 oktober 2021 plaats in Straatsburg (zie nieuwsbericht). In deze tweede vergadering stonden de eerste rapportages vanuit de Europese Burgerpanels, de nationale burgerconsultaties, het Meertalige Digitaal Platform en het Europees Jeugdevent centraal.

Vanuit de Eerste Kamer namen de leden Ria Oomen-Ruijten (CDA) en Bastiaan van Apeldoorn (SP) digitaal deel. Tweede Kamerlid Roelien Kamminga (VVD) nam deel in Straatsburg.

Op 12 oktober 2021 voerde de commissie EUZA en mondeling overleg (EK, K; zie videoverslag) met de minister van BuZa over de uitvoering van de Motie-Koole (PvdA) c.s. over een publieksdiscussie over de toekomst van Europa (35.403, G).

Op 8 oktober 2021 ontving de Kamer een brief van de minister van BuZa over de eerste resultaten nationale burgerconsultaties in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa (EK, H) inclusief bijlagen:

Tijdens de vergadering van de commissie EUZA op 14 september 2021 uitte de Eerste Kamerleden van de delegatie naar de Conferentie over de Toekomst van Europa (CoFE), Oomen-Ruijten (CDA) en Van Apeldoorn (SP), hun teleurstelling over het verloop van de organisatie van de CoFE tot nu toe. De commissieleden gaven aan zich beschikbaar te willen stellen voor deelname aan activiteiten die in het kader van CoFE worden georganiseerd.

De commissie besprak daarnaast de brief van de minister van BuZa inzake burgerconsultaties en communicatie in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa (35.403 / 35.508, S) en stelde vast dat de brief geen uitvoering geeft aan de motie-Koole (35.403, G). De commissie besloot ter zake zo spoedig mogelijk een mondeling overleg met de minister van Buitenlandse Zaken te houden. Dit mondeling overleg staat gepland op 12 oktober 2021.

Op 13 juli 2021 verzocht de commissie EUZA de staf om, nadat de vergadering van de Executive Board heeft plaatsgevonden, een kort verslag over de voortgang in de Conferentie over de Toekomst van Europa in de commissie rond te sturen.

Naar aanleiding van hetgeen in de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 22 en 23 juli 2021 (21.501-02, DE) over de burgerconsultaties in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa wordt gemeld, besloot de commissie om een rappelbrief te sturen. Zij overweegt een mondeling overleg ter zake, maar wacht de beantwoording af alvorens hierover te besluiten.

De rappelbrief werd op 16 juli 2021 aan de minister van BuZa verstuurd.

Op 19 juni 2021 vond de eerste plenaire vergadering van de Conferentie over de Toekomst van Europa plaats in Straatsburg. Tijdens deze inaugurele sessie werden het doel en de verwachte resultaten van de conferentie besproken met onder andere burgers en vertegenwoordigers van de Europese instellingen en nationale parlementen.

Vanuit de Eerste en Tweede Kamer namen de leden Oomen-Ruijten (CDA, Eerste Kamer), Van Apeldoorn (SP, Eerste Kamer), Kamminga (VVD, Tweede Kamer) en Sjoerdsma (D66, Tweede Kamer) digitaal deel.

Op 8 juni 2021 stemde de Kamer ermee in om de voorzitter (Oomen-Ruijten) en de ondervoorzitter (van Apeldoorn) van de commissie EUZA af te vaardigen naar de plenaire vergaderingen van de Conferentie over de Toekomst van Europa.

Op 1 juni 2021 adviseerde de commissie EUZA de Kamervoorzitter om commissievoorzitter, Oomen-Ruijten, en commissieondervoorzitter, Van Apeldoorn, aan te wijzen als delegatieleden vanuit de Eerste Kamer naar de plenaire vergaderingen van de Conferentie over de Toekomst van Europa.

Op 25 mei 2021 nam de commissie EUZA kennis van de brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 11 mei 2021 inzake het reglement van orde voor de Conferentie over de toekomst van Europa (EK, F). De commissie besprak verder de betrokkenheid van de burger bij de Conferentie en wacht in dezen de beantwoording van de commissiebrief d.d. 26 april 2021 over de uitvoering van de motie-Koole c.s. (35.403, G) af. De commissievoorzitter signaleert dat de Kamervoorzitters een uitnodiging hebben ontvangen voor het nomineren van vier leden voor de Conferentie. De commissie herhaalt haar advies om twee leden vanuit de Eerste Kamer te laten deelnemen, en buigt zich binnenkort over een voorstel voor de personele invulling.

Op 21 april 2021 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken een brief over nationale burgerbetrokkenheid gedurende de Conferentie over de Toekomst van Europa (EK, E). De commissie EUZA besprak dit op 11 mei 2021 en besloot de brief aan te houden in afwachting van de beantwoording van de brief van 26 april 2021 inzake de uitvoering van de motie-Koole (35.403, G). Verder nam de commissie kennis van de vaststelling van het reglement van orde van de Conferentie over de Toekomst van Europa en sprak de wens uit dat de Eerste Kamer twee leden naar de Plenaire vergadering van de Conferentie afvaardigt. Zij vraagt de commissiestaf voorts na te gaan welke activiteiten andere nationale parlementen in het kader van de Conferentie (zullen) ontplooien, zodat dit overzicht nader in commissieverband kan worden besproken.

De commissie EUZA heeft op 20 april 2021 een brief vastgesteld aan de minister van Buitenlandse Zaken over de uitvoering van de motie-Koole c.s. De brief werd op 26 april 2021 aan de minister van BuZa verstuurd.

Op 25 maart 2021 ontving de Kamer als bijlage bij het verslag van de Raad Algemene Zaken van 23 maart 2021 (21.501-02, CP) een non-paperPDF-document van twaalf EU-lidstaten, waaronder Nederland. Hierin staat aangegeven wat de inzet van deze lidstaten zal zijn tijdens de Conferentie. Op 30 maart 2021 nam de commissie EUZA dit voor kennisgeving aan.

Op 2 maart 2021 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken een brief inzake een gezamenlijke verklaring Conferentie over de Toekomst van Europa (EK, D). De brief werd op 9 maart 2021 door de commissie EUZA voor kennisgeving aangenomen.

De commissie EUZA heeft bij brief van 21 januari 2021 bij de minister voor Buitenlandse Zaken geïnformeerd naar de uitvoering van de motie-Koole c.s. Op 5 februari 2021 stuurde de minister een antwoord (35.403, O). De commissie besprak dit verslag van een schriftelijk overleg op 23 februari 2021 en besloot om in nader schriftelijk overleg te treden. Op 2 maart 2021 werd daarvoor een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken verstuurd.

Op 8 februari 2021 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken een brief (EK, C) over de wijziging van het Raadsmandaat over de toekomst van Europa (zie bijlagePDF-document).

Op 8 december 2020 verzocht het lid Koole (PvdA) de staf van de commissie EUZA na te gaan op welke wijze en met welk tijdspad de motie over een publieksdiscussie over de toekomst van Europa (35.403, G) door de minister zijn opgepakt. De commissie besloot de uitvoering van deze moties in januari 2021 te agenderen.

Op 3 november 2020 diende het lid Koole (PvdA) een motie in over een publieksdiscussie over de toekomst van Europa (35.403, G). Op 10 november 2020 werd de motie aangenomen.

Op 26 juni 2020 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken een brief (EK, A) over het Raadsmandaat over de toekomst van Europa.

De commissie EUZA nam op 30 juni 2020 kennis van de brief en gaf aan op te hoogte te willen blijven van de Gezamenlijke Verklaring van de Europese instellingen ten aanzien van de Conferentie en van de rol van de nationale parlementen daarin. Om dit aan de regering te communiceren werd op 7 juli 2020 een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken verstuurd.

Op 4 februari 2020 besprak de commissie voor Europese Zaken (EUZA) de Commissiemededeling inzake de Conferentie over de toekomst van Europa en besloot het dossier te blijven volgen, met inbegrip van de bespreking ervan in COSAC-verband.


Tweede Kamer

De commissie voor Europese Zaken en de commissie voor Buitenlandse Zaken hebben op 22 februari 2022 een gesprek gevoerd met de heer Verhofstadt, Europarlementariër en covoorzitter van de Conferentie, over de Conferentie over de Toekomst van Europa.

Naar aanleiding van de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 21 september 2021 (21.501-02, 2403) en het verslag van de informele Raad Algemene Zaken van 22 en 23 juli 2021 (21.501-02, 2398) stuurde de commissie Europese Zaken op 15 september 2021 een brief met een aantal vragen en opmerkingen over de Conferentie over de Toekomst van Europa aan de minister van Buitenlandse Zaken. Bij brief van 20 september 2021 zijn de vragen beantwoord.

Op 10 juni 2021 diende het lid Eppink een motie in over een open debat met oog voor politieke diversiteit en inhoudelijke alternatieven. Op 15 juni 2021 werd de motie aangenomen.

Op 10 juni 2021 dienden de leden Amhaouch en Kamminga een motie in over het betrekken van de Nederlandse burger bij de Conferentie over de Toekomst van Europa. Op 15 juni 2021 werd de motie aangenomen.

Op 10 juni 2021 diende het lid Sjoerdsma c.s. een motie in over het niet bij voorbaat uitsluiten van verdragswijzigingen. Op 15 juni 2021 werd de motie aangenomen.

De commissie EUZA hield op 10 juni 2021 een tweeminutendebat over de conferentie over de toekomst van Europa.

De commissie EUZA hield op 12 mei 2021 een commissiedebat met de minister van BuZa over de conferentie over de toekomst van Europa.

Op 14 oktober 2020 dienden de leden Leijten en Bisschop een motie in over vormgeving en voorzitterschap van de conferentie over de toekomst van Europa. De motie werd op dezelfde dag aangenomen

Op 24 juni 2020 stemde de commissie EUZA in met het co-rapporteurschap van de leden Anne Mulder (VVD), Omtzigt (CDA) en Jetten (D66). Daarnaast werd ermee ingestemd om op korte termijn de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) uit te nodigen voor een

gesprek over de methodologische aspecten van een representatieve publieksconsultatie, een gesprek te voeren met de (nog te benoemen) voorzitter van de Conferentie en een uitvraag te doen bij de parlementen in België, Denemarken, Frankrijk en Duitsland over wat deze parlementen doen omtrent de Conferentie.

Op 5 maart 2020 besloot de commissie EUZA om de kabinetsappreciatie over de Commissiemededeling inzake de Conferentie over de toekomst van Europa te agenderen voor algemeen overleg Raad Algemene Zaken d.d 24 maart 2020 en desgewenst te betrekken bij de behandeling van het thema 'conferentie over de toekomst van Europa' op de kennisagenda.


Nederlandse regering

Het Franse voorzitterschap zal tijdens de Raad Algemene Zaken van 21 juni 2022 (21.501-02, EG) informeren over de laatste ontwikkelingen rondom de Conferentie over de Toekomst van Europa. Dit betreft onder meer een terugblik op de uitkomst van de Conferentie. Het Franse voorzitterschap zal samen met de leden van de Raad de voorstellen uit het eindrapport inhoudelijk bespreken, op basis van een analyse van het raadssecretariaat naar de uitvoerbaarheid van de maatregelen

Het Portugees voorzitterschap gaf tijdens de Raad Algemene Zaken van 22 juni 2021 (21.501-02, DD) een terugkoppeling over de laatste ontwikkelingen ten aanzien van de Conferentie. Het Portugese voorzitterschap sloot af door te benadrukken dat zij transparantie hoog in het vaandel heeft staan en nodigde het aanstaande Sloveense voorzitterschap uit om het werk met betrekking tot de Conferentie op een transparante en inclusieve wijze voort te zetten.

Tijdens de de informele videoconferentie van de Raad Algemene Zaken van 11 mei 2021 (21.501-02, CW) informeerde het Portugese voorzittersschap over de recente ontwikkelingen over de conferentie.

Tijdens de de informele videoconferentie van de Raad Algemene Zaken van 20 april 2021 (21.501-02, CR) informeerde het Portugese voorzittersschap over de recente ontwikkelingen over de conferentie.

Tijdens de de informele videoconferentie van de Raad Algemene Zaken van 23 maart 2021 (21.501-02, CP) lichtte het Portugese Voorzitterschap enkele stappen toe die genomen worden op basis van de Gezamenlijke Verklaring over de Conferentie over de Toekomst van Europa die ondertekend is door de voorzitters van de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie.

Daarnaast hebben middels een non-paperPDF-document 11 lidstaten, waaronder Nederland, input geleverd voor de conferentie. Met dit non-paper hebben de aangesloten lidstaten onderwerpen van gemeenschappelijk belang vastgesteld met het oog op samenwerking tijdens de Conferentie.

Tijdens de de informele videoconferentie van de Raad Algemene Zaken van 23 februari 2021 (21.501-02, CL) informeerde het Portugese voorzittersschap over de laatste stand van zaken over de conferentie.

Tijdens de de informele videoconferentie van de Raad Algemene Zaken van 18 januari 2021 (21.501-02, CJ) informeerde het Portugese voorzittersschap over de laatste stand van zaken over de conferentie.

In de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 1 en 8 december 2020 (21.501-02, CG) informeert de regering over de laatste stand van zaken over de conferentie.

In de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 13 oktober 2020 (21.501-02, CC) informeert de regering over de laatste stand van zaken over de conferentie.

In de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 15 juli 2020 (21.501-02, BW) informeert de regering over de laatste stand van zaken over de conferentie.

In de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 16 juni 2020 (21.501-02, BU) informeert de regering over de laatste stand van zaken over de conferentie.

Op 14 februari 2020 ontving de Kamer een kabinetsapppreciatie bij de Commissiemededeling over de vormgeving van de conferentie. De Nederlandse regering geeft hier aan voorstander te zijn van deelname van nationale parlementen.


Nationale parlementen

Op 7 juni 2021 stuurde de commissie voor Europese Zaken van de Poolse Sejm een briefPDF-document slot-icoon over zorgen voor pluralisme en vrijheid gedurende de Conferentie over de Toekomst van Europa

Op 27 mei 2021 ontving de Voorzitter van de Eerste Kamer een briefPDF-document slot-icoon van de Voorzitter van de Hongaarse Nationale Assemblee over de Conferentie over de Toekomst van Europa

Een groot aantal nationale parlementen (waaronder ook de Eerste en Tweede Kamer) heeft gepleit voor maximale participatie en inspraak in de Conferentie. De commissievoorzitters Europese Zaken van beide Kamers hebben en marge van de Voorzittersbijeenkomst van COSAC een briefPDF-document aan de Europese Commissie met deze strekking medeondertekend.

De commissie van Buitenlandse Zaken van de Zweedse Riksdag stuurde op 17 maart 2020 zijn standpuntPDF-document aan de Europese Commissie over de conferentie over de toekomst van Europa.

De Duitse Bundesrat heeft op 13 maart 2020 middels een politiek dialoogPDF-document aan de Europese Commissie zijn standpunt ingediend over de conferentie over de toekomst van Europa.

Op 4 februari 2020 stuurde de Poolse Senaat een opiniePDF-document aan de Europese Commissie inzake de conferentie over de toekomst van Europa.

De Litouwse Seimas heeft op 24 januari 2020 middels een politiek dialoogPDF-document aan de Europese Commissie zijn standpunt ingediend over de conferentie over de toekomst van Europa.


Europese Commissie

Op 2 december 2022 organiseerde de Europese Commissie een evenement voor de deelnemers van de Conferentie om hen op de hoogte te houden en waar de deelnemers feedback over de Conferentie konden geven.

Op 18 oktober 2022 publiceerde de Europese Commissie haar werkprogramma van de Commissie voor 2023. Hierin zijn ook voorstellen opgenomen uit het eindrapport van de conferentie.

Op 14 september 2022 werd tijdens de toespraak over de Staat van de Unie een eerste reeks nieuwe voorstellen die voortvloeien uit de conferentie door de voorzitter van de Europese Commissie von der Leyen aangekondigd.

Op 17 juni 2022 publiceerde de Europese Commissie een mededeling met een algemeen kader en gedetailleerde beoordeling van wat nodig is om vervolg te geven aan de voorstellen van de conferentie. In de mededeling stond ook een overzicht van huidige resultaten, geplande acties en vervolgstappen.

Op 19 april 2021 lanceerde het uitvoerend comité van de conferentie het digitale platform over de conferentie over de toekomst van Europa. Het platform is bedoeld om burgers uit de hele Unie en het maatschappelijk middenveld de kans geven hun ideeën en standpunten te delen en uit te wisselen via online-evenementen, ter voorbereiding van de plenaire bijeenkomsten.

Op 22 januari 2020 publiceerde de Europese Commissie een Mededeling over de vormgeving van de conferentie.


Europees Parlement

Op 9 juni 2022 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan over over de oproep tot een conventie voor een herziening van de Verdragen.

Op 9 juni 2022 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan over het initiatiefrecht van het Parlement.

Op 4 mei 2022 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan over de follow-up van de conclusies van de Conferentie over de toekomst van Europa.

Op 7 juli 2021 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan over burgerdialogen en burgerparticipatie in de besluitvorming van de EU

Op 18 juni 2020 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan over het standpunt van het Europees Parlement inzake de conferentie over de toekomst van Europa.

Op 11 juni 2020 publiceerde de onderzoeksdienst van het Europees Parlement een publicatiePDF-document over de bespreking van de conferentie in de Europese instituties.

Op 15 januari 2020 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan over de conferentie over de toekomst van Europa.

Op 3 december 2019 publiceerde de onderzoeksdienst van het Europees Parlement (EPRS) een briefing over de conferentie.

Briefing


Raad van de Europese Unie

De conferentie over de toekomst van Europa wordt besproken in de Raad Algemene Zaken en de Europese Raad.

Tijdens de Raad Algemene Zaken van 20 september 2022 (21.501-02, EM) lichtte het Voorzitterschap twee documenten toe. Het eerste ging over een samenvatting van de antwoorden op een eerder verstuurd questionnaire met daarin een vragen over de positie van lidstaten over verschillende voorstellen naar aanleiding van de Conferentie. Het tweede document betrof een uiteenzetting van een aantal aanbevelingen naar aanleiding van de Conferentie die de Raad autonoom zou kunnen uitvoeren.

Tijdens de Raad Algemene Zaken van 15 juli 2022 (21.501-02, EJ) informeerde het Tsjechisch Voorzitterschap de Raad over de laatste ontwikkelingen omtrent de Conferentie. Tijdens de Raad benadrukte een meerderheid van de lidstaten dat het nog niet de tijd is om een conventie te starten. Nederland benadrukte dat het kabinet open staat voor een verdragswijziging naar aanleiding van de Conferentie, mits dit in Nederlands en Europees belang is.

Tijdens de Raad Algemene Zaken van 21 juni 2022 (21.501-02, EI) blikte het Franse Voorzitterschap terug op de uitkomst van de Conferentie.

Tijdens de Europese Raad op 23 en 24 juni 2022 (21.501-20, CN) zal er worden gesproken over de uitkomst van de Conferentie over de Toekomst van Europa en hoe daar opvolging aan te geven.

Tijdens de Raad Algemene Zaken van 23 mei 2022 (21.501-02, EF) is gesproken over de resultaten van de Conferentie over de Toekomst van Europa. Hierin informeerde het Franse voorzitterschap dat het Raadssecretariaat een samenvattend rapport op zal stellen van de eindaanbevelingen van de Conferentie voor de Raad Algemene Zaken van 21 juni en voor de Europese Raad van 23 en 24 juni 2022. Daarbij werd voorgesteld om effectieve opvolging te geven aan de burgeraanbevelingen en te bewerkstelligen dat de burgers blijvend betrokken zijn. De regering geeft hierbij aan eerst de aanbevelingen te willen analyseren alvorens over te gaan tot een besluit over het al dan niet wijzigen van de verdragen. Een appreciatie van het eindverslag van de Conferentie zal naar verwachting voorafgaand aan de Europese Raad van juni aan de Kamer worden gestuurd.

De Europese Raad verzocht op 12 december 2019 het Kroatisch voorzitterschap om te werken aan een Raadspositie over deze conferentie. Op deze basis kan volgens de Europese Raad vervolgens het gesprek met het Europees parlement en de Commissie worden aangegaan over deze conferentie met inachtneming van de inter-institutionele balans en de rollen zoals gedefinieerd in de verdragen.

Onderstaande dossiers bevatten officiële parlementaire publicaties met betrekking tot de Raad Algemene Zaken en de Europese Raad:


Benelux Unie

Op 14 februari 2020 publiceerde de Benelux-landen een gezamenlijk paperPDF-document met de kernpunten ten aanzien van de conferentie.


Dossiers toekomst van Europa


Alle bronnen