E220008
Laatste revisie: 26-01-2024

E220008 - Voorstel voor een Dataverordening



De Europese Commissie stelt met dit voorstelPDF-document een Verordening voor betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en eerlijk gebruik van data, wat fungeert als belangrijke pijler binnen de in februari 2020 aangenomen Europese datastrategie.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 15 november 2022 nam de commissie de brieven van de regering en van de Europese Commissie voor kennisgeving aan.

Europees

Op 22 december 2023 is Verordening 2023/2854PDF-document van 13 december 2023 gepubliceerd in het Europees Publicatieblad en treedt vanaf 11 januari 2024 gefaseerd in werking. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en eerlijk gebruik van data

document Europese Commissie

COM(2022)68PDF-document, d.d. 23 februari 2022

rechtsgrondslag

Artikel 114 VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Implementatie

Op 22 december 2023 is Verordening 2023/2854PDF-document van 13 december 2023 gepubliceerd in het Europees Publicatieblad en treedt vanaf 11 januari 2024 gefaseerd in werking. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.


Behandeling Eerste Kamer

Op 15 november 2022 nam de commissie de brieven van de regering en van de Europese Commissie voor kennisgeving aan.

Op 8 november 2022 stuurde de minister van Economische Zaken en Klimaat een antwoord op de brief met nadere vragen. Op 10 november 2022 werd het verslag van een nader schriftelijk overleg (EK, D) vastgesteld.

Op 4 oktober 2022 besprak de commissie het antwoord van de Europese Commissie. Zij besloot het agendapunt aan te houden tot de reactie van de regering op de nadere vragen over de dataverordening is ontvangen.

Op 29 september 2022 is de brief met nadere vragen verstuurd aan de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Op 14 september 2022 stuurde de Europese Commissie een antwoord (EK, C) op de brief met vragen van 9 juni 2022.

Op 13 september 2022 leverde de commissie inbreng voor nader schriftelijk overleg.

Op 12 juli 2022 stuurde de minister van EZK en de staatssecretaris van BZK een antwoord op de brief van 7 juni 2022. Het verslag van een schriftelijk overleg (EK, B) werd op 13 juli 2022 vastgesteld.

Op 9 juni 2022 is de brief met vragen (EK, A) verstuurd aan de Europese Commissie.

Op 7 juni 2022 is de brief met vragen verstuurd aan de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Op 24 mei 2022 leverden de fracties van GroenLinks, PvdA, SP en PvdD gezamenlijk en de fracties van de PVV en ChristenUnie inbreng voor schriftelijk overleg.

Op 19 april 2022 besloot de commissie om op 24 mei 2022 gelegenheid te geven voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en/of de Europese Commissie.

Op 1 april 2022 ontving de Kamer het BNC-fiche.

Op 8 maart 2022 besprak de commissie het voorstel. Zij besloot het BNC-fiche over het voorstel af te wachten.


Behandeling Tweede Kamer

Tijdens het commissiedebat op 30 mei 2023 over de Telecomraad van 1 en 2 juni kwam ook de Dataverordening ter sprake (21.501-33, 1025).

Op 9 maart 2023 informeerde de minister van Economische Zaken en Klimaat de Tweede Kamer per brief (21.501-33, 1008) over de voortgang in de onderhandelingen over het voorstel. De commissie Digitale Zaken bespreekt de brief tijdens de procedurevergadering op 16 maart 2023. In de brief geeft de minister aan dat de onderhandelingen in de Raad over de Dataverordening zich in de afrondende fase bevinden.

Op 15 april 2022 leverde de commissie Digitale Zaken inbreng voor schriftelijk overleg met de regering over het voorstel en het BNC-fiche. Op 17 mei 2022 stuurde de minister van Economische Zaken en Klimaat een antwoord. Op 18 mei 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (22.112, 3411). De commissie besprak dit tijdens het commissiedebat op 31 mei 2022 over de Telecomraad van 3 juni 2022.


Standpunt Nederlandse regering

Op 1 april 2022 ontving de Kamer het BNC-fiche (22.112, IT) met daarin het standpunt van het kabinet over het voorstel. Het kabinet is overwegend positief. Volgens het kabinet helpt de dataverordening om de data-economie te stimuleren en om de waarde van data gelijkwaardiger te verdelen. Dit is een belangrijk onderdeel van de digitale transformatie van de EU, aldus het kabinet. Het kabinet ziet een groot aantal belangrijke punten uit zijn non-paper over de dataverordeningPDF-document terugkomen in het voorstel.

Wel heeft het kabinet nog vragen bij de reikwijdte van verschillende onderdelen de verordening. Ook over de nieuwe mogelijkheden voor overheden om gegevens op te vragen gaat het kabinet nog nadere uitleg vragen aan de Europese Commissie.

Het oordeel van het kabinet over de bevoegdheid van de EU voor het voorstel is positief. Het kabinet kan zich vinden in de grondslagen. Op grond van artikel 114 heeft de EU de bevoegdheid maatregelen vast te stellen betreffende de werking van de interne markt. Op grond van artikel 4, tweede lid, onder a, van het VWEU hebben de EU en de lidstaten een gedeelde bevoegdheid op het gebied van de interne markt.

Het kabinet heeft een positief oordeel over de subsidiariteit van het voorstel. Volgens het kabinet is een EU-aanpak nodig, omdat data grensoverschrijdend van aard is. Ook nemen regels op EU-niveau belemmeringen op de interne markt voor het hergebruik van data weg.

Ook over de proportionaliteit van het voorstel heeft het kabinet een positief oordeel. Volgens het kabinet zorgt de keuze voor een verordening voor een uniform wetgevend kader dat bijdraagt aan de rechtszekerheid en de voorspelbaarheid van wetgeving binnen de Unie. Volgens het kabinet is het voorstel voor een verordening geschikt en gaat het over het algemeen niet verder dan noodzakelijk. Wel vindt het kabinet de toegang tot private data door publieke instanties een aandachtspunt. De toegang lijkt volgens het kabinet niet beperkt tot bepaalde categorieën gegevens en bepaalde ontvangers en lijkt in veel gevallen in te roepen, waardoor het voor het kabinet de vraag is of de Dataverordening op dit punt niet verder gaat dan noodzakelijk. Het kabinet gaat hierover verduidelijking vragen aan de Europese Commissie.

De meeste EU-lidstaten steunen het voorstel op hoofdlijnen. Over de manier waarop data moet worden gereguleerd en de reikwijdte van de maatregelen lopen de standpunten wel uiteen. De industrie, onderzoek en energie commissie (ITRE) van het Europees Parlement heeft in aanloop naar de Dataverordening de Commissie opgeroepen om met de Dataverordening toegang tot data en interoperabiliteit te bevorderen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De Europese Commissie stelt met dit voorstelPDF-document een Verordening voor betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en eerlijk gebruik van data, wat fungeert als belangrijke pijler binnen de in februari 2020 aangenomen Europese datastrategie. De Commissie poogt met dit voorstel bij te dragen tot verwezenlijking van de bredere beleidsdoelstellingen zoals het mogelijk maken van innovatie en concurrentie bij alle EU-bedrijven, het mondiger maken van personen met betrekking tot hun data en het beter toerusten van bedrijven en overheidsinstanties met een evenredig en voorspelbaar mechanisme om grote beleids- en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. De Commissie wenst met deze dataverordening daarnaast een eerlijke waardenverdeling uit data aan actoren te bereiken in de data-economie en de toegang tot en het gebruik van data te bevorderen.

Het voorstel heeft een aantal specifieke doelstellingen:

  • 1. 
    De toegang en het gebruik van data door consumenten en bedrijven vergemakkelijken, met behoud van stimulansen om te investeren in manieren om door middel van data waarde te genereren;
  • 2. 
    Voorzien in het gebruik door overheidsinstanties en EU-instellingen - agentschappen of - organen van data die in de handen zijn van ondernemingen in bepaalde situaties waarin er sprake is van een uitzonderlijke noodzaak om de data te gebruiken;
  • 3. 
    Het overstappen tussen cloud- en edgediensten vergemakkelijken;
  • 4. 
    Voorzien in waarborgen tegen onrechtmatige data-overdracht zonder kennisgeving door aanbieders van clouddiensten;
  • 5. 
    Interoperabiliteitsnormen ontwikkelen voor data die tussen sectoren kunnen worden hergebruikt.

Behandeling Raad

Op 27 juni 2023 bereikten de Raad en het Europees Parlement een politiek akkoord. Het akkoord moet nog formeel worden aangenomen door de twee instellingen.

Tijdens de Telecomraad van 2 juni 2023 gaf het voorzitterschap aan dat er de afgelopen maanden voortgang is geboekt in de triloogonderhandelingen over de Dataverordening.

Op 24 maart 2023 bereikten de vertegenwoordigers van de EU-lidstaten (Coreper) een akkoord. De onderhandelingen met het Europees Parlement kunnen van start gaan.

In de brief (21.501-33, 1008) van 9 maart 2023 aan de Tweede Kamer geeft de minister aan dat de onderhandelingen in de Raad over de Dataverordening zich in de afrondende fase bevinden. Tijdens de bijeenkomst van vertegenwoordigers van de EU-lidstaten (Coreper) op 22 maart 2023 zal het Zweedse voorzitterschap naar verwachting de lidstaten vragen om in te stemmen met het bereikte compromis en een mandaat vragen voor de onderhandelingen met het Europees Parlement. Omdat er geen Telecomraad is op korte termijn, zal het standpunt van de Raad in Coreper worden bekrachtigd. Als ook het Europees Parlement een positie heeft ingenomen starten de trilogen tussen de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie.

Tijdens de Telecomraad op 6 december 2022 (21.501-33, 1001) presenteerde het Voorzitterschap van de Raad een voortgangsrapportage over het voorstel. Het voorzitterschap gaf aan dat in de afgelopen periode het gehele voorstel is besproken door de lidstaten. Nederland verwelkomt het voorstel, maar uitte wel zorgen over bijvoorbeeld de voorgestelde bevoegdheid voor publieke instanties om in gevallen van uitzonderlijke noodzaak data op te vragen bij datahouders. De lidstaten vragen het inkomende Zweedse voorzitterschap van de Raad om de onderhandelingen verder op te pakken.

Tijdens de Telecomraad van 3 juni 2022 (21.501-33, I) presenteerde het voorzitterschap van de Raad een voortgangsrapportage over de Dataverordening. De rapportage geeft aan dat een aantal onderwerpen uit het voorstel nog verdere discussie nodig heeft, namelijk de reikwijdte van het voorstel, de definities, de samenhang met horizontale en sectorale wetgeving, data uit IoT-producten (Internet of Things ), het delen van data tussen private en publieke instellingen in gevallen van uitzonderlijke nood en de ambities voor het overstappen tussen dataverwerkingsdiensten. Nederland uitte zorgen over de voorgestelde bevoegdheid voor publieke instanties om in gevallen van uitzonderlijke noodzaak data op te vragen bij datahouders. Verder stelde Nederland de vraag of de maatregelen voor dataverwerkingsdiensten (clouddiensten) voldoende mogelijk maken dat gebruikers diensten van verschillende aanbieders naast elkaar kunnen gebruiken. Ook heeft Nederland aandacht gevraagd voor het bevorderen van interoperabiliteit. Tot slot is op verzoek van de Tweede Kamer gewezen op de gezamenlijke opinie van het European Data Protection Board (EDPB). De Europese Commissie hoopt op de start van de onderhandelingen met het Europees Parlement in 2023.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 18 juli 2023 stemde de commissie ITRE in met de tekst die is voortgekomen uit de onderhandelingen tussen de EU-instellingen.

Op 27 juni 2023 bereikten de Raad en het Europees Parlement een politiek akkoord. Het akkoord moet nog formeel worden aangenomen door de twee instellingen.

Op 14 maart 2023 nam het Europees Parlement in plenaire zitting amendementenPDF-document aan op het voorstel.

Op 28 februari 2023 bracht de commissie ITRE van het Europees Parlement het verslagPDF-document uit voor het voorstel voor plenaire behandeling in eerste lezing.

Op 14 september 2022 publiceerde de commissie ITRE het ontwerpverslagPDF-document over het voorstel.

De commissie voor Industrie, onderzoek en energie (ITRE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissies voor Interne markt en consumentenbescherming (IMCO), Juridische zaken (JURI) en Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) zijn aangesteld als adviescommissies.

Dit voorstel is een van de gemeenschappelijke wetgevingsprioriteiten van de EU-instellingen van 2023 en 2024. Hierop willen zij aanzienlijke vooruitgang boeken.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 10 juni 2022 nam de Duitse Bondsraad een standpuntPDF-document in over het voorstel.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsbezwaar is op 16 mei 2022.

Op 11 mei 2022 nam de Tsjechische Senaat een resolutiePDF-document aan over het voorstel.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen