E220025
  ruit icoon
Laatste revisie: 08-01-2024

E220025 - Voorstel voor een verordening inzake mediavrijheid



Op 16 september 2022 publiceerde de Europese Commissie zowel een voorstel voor een verordeningPDF-document van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor mediadiensten op de interne markt (verordening mediavrijheid) als een aanbevelingPDF-document inzake interne waarborgen voor redactionele onafhankelijkheid en transparantie over eigendom in de mediasector.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.

nationaal

Op 12 september 2023 nam de commissie de antwoorden van de Europese Commissie en de staatssecretaris van OCW voor kennisgeving aan. Ook nam ze de brieven van de staatssecretaris over de onderhandelingen voor kennisgeving aan.

Europees

Op 15 december 2023 bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over de verordening mediavrijheid.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2022)457PDF-document, d.d. 16 september 2022

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Behandeling Eerste Kamer

Op 12 september 2023 nam de commissie de antwoorden van de Europese Commissie en de staatssecretaris van OCW voor kennisgeving aan. Ook nam ze de brieven van de staatssecretaris over de onderhandelingen voor kennisgeving aan.

Op 2 augustus 2023 stuurde de Europese Commissie een antwoord (EK, I) op de brief met nadere vragen van 20 april 2023.

Op 3 juli 2023 informeerde de staatssecretaris van OCW de Kamer per brief over de overeenstemming die op 21 juni 2023 in Coreper werd bereikt over een compromistekst op de verordening (36.249, H). Coreper heeft nu mandaat gegeven aan het Raadsvoorzitterschap om met deze tekst te onderhandelen met het Europees Parlement.

Op 27 juni 2023 besloot de commissie de bespreking van de brieven van de staatssecretaris van OCW van 22 mei 2023 en 20 juni 2023 aan te houden en opnieuw te agenderen wanneer de Europese Commissie een reactie heeft gegeven op de nadere vragen in de brief van 20 april 2023.

Op 20 juni 2023 stuurde de staatssecretaris van OCW een brief waarin ze de stand van zaken rond de onderhandelingen over de verordening toelicht (EK, G). Volgens de staatssecretaris lijkt het er op dat de lidstaten tot een compromistekst zijn gekomen. Als de lidstaten via het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) met de compromistekst instemmen kan de triloogfase beginnen.

Op 22 mei 2023 stuurde de staatssecretaris van OCW een antwoord op de brief met nadere vragen van 18 april 2023. Op 22 mei 2023 werd ook het verslag van een nader schriftelijk overleg (EK, F) vastgesteld.

Op 20 april 2023 is de brief met nadere vragen (36.249, E) in het kader van de politieke dialoog verstuurd aan de Europese Commissie.

Op 18 april 2023 is de brief met nadere vragen verstuurd aan de staatssecretaris van OCW.

Op 11 april 2023 leverden de fracties van GroenLinks (Veldhoen) en de PvdA (Fiers) gezamenlijk en de PVV (Van Kesteren) inbreng voor nader schriftelijk overleg met de regering. De fracties van GroenLinks (Veldhoen) en de PvdA (Fiers) gezamenlijk leverden inbreng in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie.

Op 28 maart 2023 besloot de commissie gelegenheid te geven voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg op 11 april 2023.

Op 23 maart 2023 stuurde de Europese Commissie een antwoord (EK, D) op de brief met vragen van 16 december 2022.

Op 7 maart 2023 besloot de commissie de bespreking van de brief van de staatssecretaris aan te houden en opnieuw te agenderen wanneer de reactie van de Europese Commissie op de gestelde vragen in de brief van 16 december 2022 is ontvangen.

Op 21 februari 2023 stuurde de staatssecretaris van OCW een antwoord op de brief met vragen van 13 december 2022. Op 21 februari 2023 werd ook het verslag van een schriftelijk overleg (EK, C) vastgesteld.

Op 16 december 2022 is de brief met vragen (36.249, B) in het kader van de politieke dialoog verstuurd aan de Europese Commissie.

Op 13 december 2022 is de brief met vragen verstuurd naar de minister van OCW.

Op 6 december 2022 leverden de fracties van GroenLinks (Veldhoen) en de PvdA (Fiers) gezamenlijk en de PVV (Van Kesteren) inbreng voor schriftelijk overleg met de regering. De fracties van GroenLinks (Veldhoen) en de PvdA (Fiers) gezamenlijk leverden inbreng in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie.

Op 22 november 2022 besloot de commissie het leveren voor inbreng voor schriftelijk overleg aan te houden en opnieuw te agenderen voor 6 december 2022.

Op 8 november 2022 besloot de commissie OCW het onderwerp in behandeling te nemen en inbreng te leveren voor schriftelijk overleg op 22 november 2022.


Behandeling Tweede Kamer

Naar aanleiding van de OJCS-Raad van 15 en 16 mei 2023 stelde de commissie OCW op 10 mei 2023 vragen over het voorstel voor een verordening mediavrijheid. Deze vragen zijn op 2 juni 2023 beantwoord (21.501-34, 399).

Op 28 november 2022 kwam tijdens het wetgevingsoverleg over het begrotingsonderdeel media ook het voorstel voor een verordening mediavrijheid ter sprake (36200 VIII, 178).

Op 22 november 2022 heeft de commissie OCW vragen gesteld aan de minister van OCW, die deze op 25 november 2022 heeft beantwoord (21.501-34, 390).


Standpunt Nederlandse regering

Op 21 oktober 2022 stuurde het kabinet een BNC-fiche inzake zowel de verordening als de aanbeveling inzake mediavrijheid (36.249, A). Het kabinet gaf hierin aan positief te staan ten aanzien van de doelstellingen van het voorstel, maar heeft met name bij de uitvoering nog wat vragen. Onderdeel van het voorstel is de oprichting van de Europese Raad voor Mediadiensten, bestaande uit nationale media-autoriteiten. Het kabinet vindt de precieze rol van de Europese Commissie binnen de ERvM nog niet helder en zij wil een duidelijke taakafbakening van de rol van de Europese Commissie.

Wat de bevoegdheid binnen de verordening en de aanbeveling betreft oordeelt het kabinet positief over de gekozen rechtsgrondslagen. Artikel 114 VWEU geeft de EU bevoegdheid voor de vaststelling van maatregelen die de instelling en werking van de interne markt betreffen. Er is hierbij een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten. Ook de aanbeveling ziet toe op het terrein van de interne markt. Daarnaast is de aanbeveling gebaseerd op artikel 292 VWEU, dat de Commissie bevoegdheid geeft om aanbevelingen vast te stellen op de gebieden waarvoor de EU op basis van de Verdragen bevoegd is.

Desinformatie en andere vormen van hybride conflictvoering in de media en het publieke debat kennen volgens het kabinet geen grenzen. De regering vindt het voorgestelde optreden van de EU wenselijk om het functioneren van de interne markt te bevorderen en om deze weerbaar te maken tegen risico's voor publieke veiligheid. Daarom beoordeelt het kabinet de subsidiariteit van het voorstel en de aanbeveling ook positief. De verordening stelt volgens het kabinet in staat om mediavrijheid te monitoren en eventuele problemen in een vroeg stadium te signaleren en te bespreken. Het kabinet vindt dat de aanbeveling bijdraagt aan de goede werking van de interne markt voor mediadiensten.

Ook de proportionaliteit van het verordening en de aanbeveling worden als positief beoordeeld. Het optreden dat in het voorstel wordt beoogd is geschikt om de doelstellingen van het voorstel te bereiken. Daarbij gaat het optreden volgens het kabinet niet verder dan noodzakelijk omdat mediabedrijven redactionele onafhankelijkheid behouden en zij de ruimte krijgen om dit op eigen wijze te organiseren. Ook het optreden in de aanbeveling gaat volgens het kabinet niet verder dan noodzakelijk omdat het ruimte biedt aan bedrijven en lidstaten om maatregelen te nemen die passend zijn in de eigen of nationale context.

Veel lidstaten spreken steun uit voor het doel van het voorstel, maar zijn ook kritisch op een aantal punten. Zo wordt er onder andere getwijfeld over de juistheid van de gekozen rechtsgrondslag (artikel 114 VWEU), de rol van de Commissie en de ERvM. Naar verwachting zal de meerderheid van het Europees Parlement zich scharen achter de verordening en de aanbeveling.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 16 september 2022 publiceerde de Europese Commissie zowel een voorstel voor een verordeningPDF-document van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor mediadiensten op de interne markt (verordening mediavrijheid) als een aanbevelingPDF-document inzake interne waarborgen voor redactionele onafhankelijkheid en transparantie over eigendom in de mediasector.

Het voorstel voor de verordening mediavrijheid is gericht op de verbetering van de werking van de interne mediamarkt en is geformuleerd rond vier specifieke doelstellingen. Ten eerste het bevorderen van grensoverschrijdende activiteiten en investeringen. Ten tweede het vergroten van samenwerking en convergentie op regelgevingsgebied. Ten derde het faciliteren van het vrij aanbieden van hoogwaardige mediadiensten en tot slot het waarborgen van een transparante en eerlijke toewijzing van economische middelen. Met deze vier doelstellingen wordt beoogd bij te dragen aan transparantie, non-discriminatie, evenredigheid, objectiviteit, inclusiviteit en eerlijke concurrentie in het (online) medialandschap van de gehele interne markt.


Behandeling Raad

Op 15 december 2023 bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over de verordening mediavrijheid.

Op 21 juni 2023 bereikten de lidstaten overeenstemming over de Raadspositie op de verordening mediavrijheid.

Tijdens de OJCS-Raad van 15 en 16 mei 2023 heeft het Zweedse voorzitterschap het voortgangsrapport toegelicht en daarbij geconcludeerd dat er nog enkele artikelen zijn waarover discussie is (21.501-34, 400).

Op 29 november 2022 besprak de OJCS-Raad de voortgangsrapportage over het voorstel (21.501-34, 391).

Op 16 september 2022 is het voorstel gepubliceerd.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het voorstel behoort tot de lijst van gemeenschappelijke wetgevingsprioriteiten van de drie EU-instellingen. Hiermee willen zij in 2023/2024 aanzienlijke vooruitgang boeken.'

Op 15 december 2023 bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over de verordening mediavrijheid.

Op 3 oktober 2023 nam het Europees Parlement in plenaire zitting amendementenPDF-document aan op het voorstel.

Op 12 september 2023 bracht de commissie CULT het verslagPDF-document uit voor het voorstel voor plenaire behandeling in eerste lezing.

Op 20 juli 2023 publiceerde de commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) een opiniePDF-document over het voorstel.

Op 29 juni 2023 bracht de commissie Interne markt en consumentenbescherming (IMCO) een opiniePDF-document uit over het voorstel.

Op 31 maart 2023 bracht de commissie CULT het ontwerpverslagPDF-document uit over het voorstel.

De commissie voor Cultuur en onderwijs (CULT) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissie Interne markt en consumentenbescherming (IMCO) en Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) zijn aangesteld als adviescommissie.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 19 juli 2023 publiceerde de Italiaanse Senaat een opiniePDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid.

Op 31 maart 2023 publiceerde de Duitse Bundesrat een besluitPDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid.

Op 1 februari 2023 nam de Italiaanse Senaat een resolutiePDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid aan.

Op 17 januari 2023 nam de Franse Nationale Vergadering een Europese resolutiePDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid aan.

Op 9 december 2022 publiceerde het Deense parlement een subsidiariteitsbezwaarPDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid.

Op 8 december 2022 publiceerde de Senaat van Frankrijk een subsidiariteitsbezwaarPDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid.

Op 8 december 2022 publiceerde de Ierse Houses of Oireachtas een contributiePDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid.

Op 7 december 2022 publiceerde het Tsjechische Parlement een contributiePDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid.

Op 7 december 2022 publiceerde het Hongaarse parlement een subsidiariteitsbezwaarPDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid.

Op 1 december 2022 publiceerde de Duitse Bundestag een besluitPDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid.

Op 25 november 2022 publiceerde de Duitse Bondsraad een subsidiariteitsbezwaarPDF-document en een contributiePDF-document over het voorstel inzake mediavrijheid.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 27 juni 2023 stuurden ook de European Magazine Media Association (EMMA) en de European Newspaper Publishers' Association (ENPA) een open briefPDF-document. Zij gaven aan zich vooral zorgen te maken over het gebrek aan evenwicht tussen mediabedrijven en zeer grote platforms.

Op 19 juni 2023 stuurde een aantal Europese maatschappelijke organisaties een open briefPDF-document aan de Raad. Hierin uitten de organisaties hun bezorgdheid over de compromistekst, die lidstaten de mogelijkheid biedt om onder bepaalde voorwaarden spyware tegen journalisten in te zetten.


Alle bronnen