T03725

Toezegging Samenstelling groep nieuwkomers (36.373)



De minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Apeldoorn (SP), toe om uit te zoeken om hoeveel kinderen van arbeidsmigranten en hoeveel kinderen van statushouders het gaat onder de nieuwkomers en dit mee te nemen in de contourenschets inzake de structurele bestendiging van het nieuwkomersonderwijs, die eind 2023 zal verschijnen.


Kerngegevens

Nummer T03725
Status openstaand
Datum toezegging 26 september 2023
Deadline 1 januari 2024
Verantwoordelijke(n) Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Kamerleden prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen arbeidsmigranten
nieuwkomersonderwijs
Nieuwkomersvoorzieningen
statushouders
Kamerstukken Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs (36.373)


Uit de stukken

Handelingen I 2023/24, nr. 1, item 8, p. 12-23

De heer Van Apeldoorn (SP):

(…)

Ik vraag de minister: hoe staat het eigenlijk met het werken aan deze structurele oplossing, met de structurele bestendiging van het nieuwkomersonderwijs? Klopt het dat hier in het najaar aan gewerkt zal gaan worden en dat de contouren van deze oplossing voor het eind van het jaar geschetst zullen worden? Ik neem aan dat dit werk gewoon doorgaat op het ministerie, ook nu het kabinet demissionair is. Volgens mij kan dit ook in deze Kamer op brede steun rekenen.

Natuurlijk moet in deze context ook gesproken worden over hoe we grip krijgen op migratie. Ook dat is iets wat we volgens mij allemaal vinden in dit huis. Voor de SP-fractie geldt hierbij dat we vluchtelingen altijd fatsoenlijk moeten opvangen, maar ook dat we bijvoorbeeld arbeidsmigratie moeten reguleren. In dit verband vraag ik de minister: klopt het dat de regering eigenlijk geen idee heeft om welke aantallen het hier gaat? Hoeveel procent van de nieuwkomers die recht hebben op onderwijs bestaat uit kinderen van arbeidsmigranten en hoeveel procent bestaat uit kinderen van vluchtelingen of statushouders?

(…)

Minister Paul:

(…)

Tot slot een vraag van de heer Van Apeldoorn over de aantallen. Letterlijk was zijn vraag of het klopt dat de minister geen idee heeft van de aantallen kinderen om wie het gaat. Daarnaast vroeg hij naar de verhouding tussen het aantal kinderen van arbeidsmigranten en het aantal kinderen van statushouders. Het klopt niet dat ik geen idee heb van de aantallen, alleen weet ik niet precies hoe de verhouding is tussen het aantal kinderen van arbeidsmigranten en het aantal kinderen van statushouders. Uit de bekostigingsgegevens kan ik een goed beeld krijgen van het aantal nieuwkomersleerlingen dat onderwijs krijgt, maar dat gaat over totalen. Op 1 januari 2023 ging het om 35.708 leerlingen in het primair onderwijs voor wie scholen nieuwkomersbekostiging ontvingen en om 22.565 leerlingen in het voortgezet onderwijs.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Even voor de helderheid. De minister kan dus niet zeggen om hoeveel kinderen van arbeidsmigranten het gaat onder de nieuwkomers.

Minister Paul:

Nee.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Dat was precies mijn vraag. Daarop moet de minister het antwoord dus schuldig blijven.

Minister Paul:

Dat klopt. Dat onderscheid kan ik niet maken. Ik kan nog een keer checken of er een mogelijkheid is om dat te achterhalen, maar in ieder geval op dit moment heb ik die verschillen niet in zicht.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Zou de minister, net als de SP-fractie, dat niet willen weten als we het probleem in kaart willen brengen? Nogmaals, wij vinden dat alle kinderen die hier zijn en die daar recht op hebben, goed onderwijs moeten krijgen, dus ook de kinderen van arbeidsmigranten. Maar als je wilt inschatten hoe het probleem zich de komende jaren zal ontwikkelen, zodat we weten dat de huidige wet daarin kan voorzien, dan wel dat we uiteindelijk tot een structurele oplossing kunnen komen waarbij de tijdelijke voorziening voor nieuwkomersonderwijs niet meer nodig zal zijn, dan zijn dit soort cijfers toch relevant?

Minister Paul:

Ik kan me heel goed voorstellen dat dit onderdeel kan zijn van de verdere verkenning die we doen om te komen tot een structurele oplossing voor het nieuwkomersonderwijs. Daar zou ik naar moeten kijken.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Apeldoorn.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja, tot slot. Misschien kan de minister dan toezeggen dat zij in ieder geval haar best zal doen om te kijken of het mogelijk is om die cijfers te achterhalen en die mee te nemen in de toekomstvisie of de contourenschets die eraan zit te komen voor het eind van het jaar. Nogmaals, dat lijkt me relevante informatie.

Minister Paul:

Zeker. Die toezegging wil ik wel doen. Ja.

(…)

De heer Van Apeldoorn (SP):

(…)

Ik ben blij met de toezegging die de minister heeft gedaan als het gaat om het achterhalen van de cijfers om te zien waaruit die groep van nieuwkomers nou eigenlijk bestaat. Dat lijkt me toch van belang. We hebben het veel over asiel en de asielinstroom. We hebben het ook over de oorlog, de Russische agressieoorlog, die ons is overkomen en over de Oekraïense ontheemden. Dat zet druk op het systeem. Maar stel dat dat straks allemaal weer afneemt en dat ook de asielinstroom, waar nota bene een heel kabinet over gevallen is, weer afneemt, maar het aantal nieuwkomers dat onderwijs nodig heeft en dat niet krijgt even groot blijft? Dan zouden wij wel willen weten waar dat aan ligt en hoe we daarmee om moeten gaan.


Brondocumenten


Historie

  • 26 september 2023
    toezegging gedaan