T03726

Toezegging Herziene inrichting asielprocedure en asielketen (36.373)



De minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Meenen (D66), toe om de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te verzoeken om een schriftelijke reactie te geven op de (aangehouden) motie van het lid Van Meenen c.s. (36373, E) over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen in verband met het maximaal reduceren van gedwongen verplaatsingen van kinderen.


Kerngegevens

Nummer T03726
Status openstaand
Datum toezegging 26 september 2023
Deadline 1 januari 2024
Verantwoordelijke(n) Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Kamerleden drs. P.H. van Meenen (D66)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen asielketen
asielprocedures
nieuwkomersonderwijs
Nieuwkomersvoorzieningen
Kamerstukken Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs (36.373)


Uit de stukken

Handelingen I 2023/24, nr. 1, item 8, p. 4-24

De heer Van Meenen (D66):

(…)

Voorzitter. D66 vindt het belangrijk — de andere fracties namens wie ik hier spreek ook overigens, mag ik hier gerust zeggen — dat de uitvoering van dit wetsvoorstel goed verloopt en dat kinderen niet vaak van school hoeven te wisselen. Ik ben daarom blij te lezen dat het COA zich inzet om het aantal verhuisbewegingen van kinderen te minimaliseren. Mijn vraag is of de minister hierop zal blijven toezien, zeker wanneer er straks mogelijk meer nieuwkomers zijn in Nederland. Mijn vraag is ook of hier een inspanningsverplichting van het COA volstaat. Het is immers de overheid zelf die door de inrichting van het asielstelsel zorgt voor het gezeul met gezinnen, waardoor kwetsbare kinderen telkens weer uit hun vertrouwde sociale omgeving en ook hun schoolomgeving gerukt worden. Dat is slecht voor kinderen, ook psychisch.

Voorzitter. Dat is onaanvaardbaar. Ik wil de minister de toezegging vragen om samen met haar collega's in het kabinet voor het eind van 2023 te komen tot een asielstelsel dat dit soort ongewenste bewegingen tot een minimum beperkt, het absolute minimum. Zo nodig overwegen wij een motie van deze strekking. Is de minister van plan om, naast het doen van een dringende oproep aan gemeenten om geen doelgroepbeperkingen meer op te stellen, een ander middel in te zetten of landelijk beleid in te stellen waardoor deze beperkingen niet meer mogelijk zijn?

(…)

Minister Paul:

(…)

Dan ga ik door naar de vragen van de heer Van Meenen. Hij had een aantal vragen. Ze gingen over het minimaliseren van verhuisbewegingen van kinderen en eigenlijk over een algehele herziening van het asielstelsel. Tot slot deed hij een dringend beroep om geen doelgroepbeperkingen meer op te stellen. Het korte antwoord daarop is dat het hele kabinet zich inzet om die verhuisbewegingen te verkleinen en een aantal andere zaken in het asielstelsel te verbeteren. Ik moet daaraan toevoegen dat ik niet de bewindspersoon ben die daar primair over gaat. Ik kan zou allerlei mooie bespiegelingen kunnen houden en allerlei beloftes kunnen doen. Ik realiseer me dat dit ons eerste contact is, maar de mensen die mij kennen — en de heer Van Meenen kent mij langer dan vandaag — weten dat ik geen knollen voor citroenen ga verkopen. Hierin is er werk aan de winkel. Ik weet dat er binnen het kabinet stappen worden gezet, maar dit is niets iets waar ik verder grote uitspraken over kan doen.

(…)

De heer Van Meenen (D66):

(…)

Voorzitter. Op één punt ben ik nog niet geheel tevreden. Dat is op het punt van de hele asielprocedure, de hele asielketen, die er nog steeds toe leidt dat er allerlei gedwongen verplaatsingen van kinderen van gezinnen plaatsvinden. Dat moet stoppen. Ik zou een extra signaal aan de regering willen geven en ik heb een vraag. Dat vertaal ik in de volgende motie.

De voorzitter:

Door de leden Van Meenen, Roovers, Perin-Gopie, Belhirch, Van Apeldoorn en Schalk wordt de volgende motie voorgesteld:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de wettelijk vastgelegde deugdelijkheidseisen voor het onderwijs voorschrijven dat kinderen een ononderbroken ontwikkelingsproces dienen te kunnen doorlopen;

constaterende dat de inrichting van de asielprocedure en de asielketen meermalige verplaatsing van gezinnen, en daarmee van kinderen inhoudt;

overwegende dat deze verplaatsingen in het bijzonder de betrokken kinderen sociaal en psychisch schaden en daarnaast hun ontwikkeling en hun onderwijs ernstig belemmeren;

van mening dat in het belang van deze kinderen een einde moet komen aan deze gedwongen verplaatsingen;

verzoekt de regering voor het eind van 2023 te komen tot een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen, die het aantal gedwongen verplaatsingen van kinderen tot maximaal één reduceert,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter E (36373).

(…)

Minister Paul:

(…)

Dan ben ik aanbeland bij de motie van de heer Van Meenen, medeondertekend door een heel aantal andere leden. Daarvoor moet ik een beetje herhalen wat ik in het debat al aangaf. Het is ontzettend belangrijk om te werken aan een stabielere situatie en aan een asielsysteem of asielstelsel dat ons beter equipeert om om te gaan met de situatie zoals die nu is, maar het is niet aan mij om uitspraken te doen over die bredere vraagstukken, die raken aan het bredere migratiedebat. Omdat dit het terrein is van mijn collega, staatssecretaris Van der Burg, stel ik voor om hem te vragen om schriftelijk te reageren op de motie, als de heer Van Meenen daarmee kan instemmen.

De heer Van Meenen (D66):

Ik beluister dat als een verzoek om de motie aan te houden. Dat wil ik ook graag doen, in afwachting van die reactie. Dat begrijp ik heel goed. Om de meest adequate reactie te krijgen is het wellicht goed om eraan toe te voegen dat ik natuurlijk wel begrijp dat een demissionair kabinet niet voor het einde van dit jaar het stelsel kan herzien. Mijn vraag is om te komen tot een herziening in de zin van een ontwerp van een stelsel waarin het aantal verhuisbewegingen van kinderen gereduceerd wordt, zodat we niet op onze handen gaan zitten totdat er opvolgers voor dit kabinet klaarstaan. Dat is de exacte vraag van deze motie. Maar ik houd de motie dus aan.

De voorzitter:

Ik beluister dit als een verzoek van de heer Van Meenen aan de Kamer om te besluiten om de motie aan te houden. Ik kijk even of de Kamer zich in dat verzoek kan vinden. Dat is het geval.

Op verzoek van de heer Van Meenen stel ik voor zijn motie (36373, letter E) aan te houden. Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord weer aan de minister.

Minister Paul:

Dank, voorzitter, en dank aan de heer Van Meenen voor zijn flexibiliteit. Ik denk dat een aantal zaken die de heer Van Meenen in zijn motie vraagt, heel goed kunnen dienen als nadere input voor de verdere uitwerking, dus dank daarvoor.


Brondocumenten


Historie